Drie tips voor kwaliteitszorg praktijkonderwijs

  • 13 december 2024
  • Nieuwsbericht
  • VS Register

De kwaliteit van de opleiding heeft grote invloed op de kwaliteit van de toekomstige verpleegkundig specialist. Het kwaliteitskader RSV is hiervoor een leidraad en bestaat uit 5 domeinen. Elk domein is van belang voor een goede praktijkleeromgeving. Maar hoe vullen zorgorganisaties dat nou in? In dit artikel gaan we dieper in op domein 2 - Kwaliteitszorg Praktijkonderwijs met Pieter van der Ster, verpleegkundig specialist en praktijkopleider bij ouderenzorgorganisatie Pieter van Foreest: “Door ons telkens weer te bewijzen op het gebied van kwaliteitszorg hebben we de verpleegkundig specialist intern sterk gepositioneerd. Die gelijkwaardigheid draagt niet alleen bij aan de kwaliteit van onze opleiding, maar aan die van de gehele organisatie.”

Wanneer zijn jullie gestart als praktijkleeromgeving?

“In 2011 zijn we gestart met het opleiden van verpleegkundig specialisten. Ik zat in de eerste lichting en werd opgeleid door een specialist ouderengeneeskunde. Drie jaar later vond de eerste visitatie door de visitatiecommissie van de RSV plaats. Deze commissie houdt toezicht op de kwaliteit van de opleiding. We kregen toen het advies om een verpleegkundig specialist als opleider te benoemen. Als student wil je een rolmodel hebben. Dat is lastig als je opleider een ander vak beoefent. Na mijn opleiding ben ik daarom in deze rol gestapt. De visitatie was een startpunt voor het professionaliseren van onze praktijkleeromgeving. We gingen nadenken over de positionering van de verpleegkundig specialist: wat doen we eigenlijk? Welke verantwoordelijkheden kunnen we dragen? En we schreven een opleidingsplan, waarin we bijvoorbeeld vastlegden wat de rol was van de verpleegkundig specialist als praktijkopleider en de arts als medisch leermeester. Maar ook hoe een systematische kwaliteitscyclus binnen onze organisatie eruit kon zien. Inmiddels leiden we twee verpleegkundig specialisten per jaar op.”

 

Waar liepen jullie tegenaan?

“Ik heb in dit proces geleerd dat opleiden en positioneren hand in hand gaan. Als de positie van de verpleegkundig specialist niet duidelijk is, weet je ook niet wat het uiteindelijke doel van je opleiding is. Wij liepen bij die positionering alleen tegen veel verdeeldheid binnen de organisatie aan. Meerdere specialisten ouderengeneeskunde twijfelden over ons kunnen en vonden het lastig om verantwoordelijkheden over te dragen. Door ons telkens weer te bewijzen op het gebied van kwaliteitszorg, zagen we het vertrouwen groeien. Een mooi voorbeeld is de voorschrijfbevoegdheid. Waar we ons als verpleegkundig specialisten eerst moesten houden aan strakke kaders, bepalen we nu zelf of we bekwaam zijn.”

Hoe hebben jullie dit aangepakt?

Het was een heel proces om op dit punt te komen, maar er zijn wel een aantal concrete acties die ons echt helpen.   

  1. “Het is allereerst belangrijk om als verpleegkundig specialist goed in beeld te hebben wat jouw kernkwaliteit is. Ik ben zelf door een klinisch arts opgeleid, waardoor bijna alles draaide om klinisch handelen en acute medische zorg. We kijken nu met de verpleegkundig specialisten in opleiding naar alle domeinen en daarmee meer naar ons eigen vak. Het is belangrijk dat je in de breedte blijft ontwikkelen, uitdraagt waar je voor staat en zo de kwaliteit waarborgt.”

  2. “Ook is het noodzaak dat je aan de juiste tafels zit. Stap buiten je eigen cirkeltje. De visitatie heeft mij geholpen om in gesprek te gaan met ons management en het bestuur. Het rapport in combinatie met het kwaliteitskader geven handvatten voor zo’n gesprek. Dit geeft niet alleen zichtbaarheid aan onze vakgroep, maar het is ook onmisbaar om kwaliteit te blijven bieden. Het bestuur kijkt op een andere manier mee en ziet daardoor nieuwe verbeterpunten. Wij hebben een centraal praktijkopleider die regelmatig het gesprek aangaat over kwaliteitszorg en dit evalueert op strategisch, tactisch én operationeel niveau. Iedereen moet achter het opleidingsplan staan.”

  3. “Het is prettig om écht samen te werken de opleidingsinstelling. Wij hebben nauw contact met Hogeschool Leiden. Je kan daardoor makkelijk met elkaar sparren en mooie verbeteringen doorvoeren. Wij zijn nu bijvoorbeeld een pilot gestart met opleiden in de eerste lijn. De eerste verpleegkundigen in opleiding tot specialist lopen daar nu een stage. Hogeschool Leiden heeft met ons meegedacht. Zo bundel je elkaars kennis, blijf je leren en verbeter je samen de kwaliteitszorg van de opleiding binnen jouw zorgorganisatie.”
Pieter Van Der Ster Quote 2.0

Wat heeft deze aanpak uiteindelijk opgeleverd?

“Voor mij is het allerbelangrijkste dat we het vertrouwen hebben gewonnen en nu één medische vakgroep en één opleidingsgroep hebben. Hierin zijn specialisten ouderengeneeskunde en verpleegkundig specialisten gelijkwaardig aan elkaar. Je wilt beide kanten op feedback geven, samen naar processen kijken en gebruik maken van elkaars kwaliteiten.  Als een specialist ouderengeneeskunde in opleiding aangeeft dat zij moeite heeft met het verzorgen van wonden, dan komt ze bij mij meelopen op de amputatieafdeling. Wil een verpleegkundige in opleiding tot specialist meer leren over neuro-revalidatie? Dan kan zij goed terecht bij de specialist ouderengeneeskunde. Die gelijkwaardigheid draagt heel erg bij aan de kwaliteit van je opleiding én organisatie. Ik ben er trots op dat we nu zover zijn.”