Els Borst prijs-nominatie voor versterken opleiding en positie VS
- 24 januari 2025
- Nieuwsbericht
- VS Register
Renske Horinga en haar collega Mirjam Westra werden in het najaar van 2024 genomineerd door V&VN VS voor de Els Borst Prijs. Winnen deden ze niet, maar de nominatie op zich is al een bekroning op de mooie stappen die ze hebben gemaakt voor de positionering van de verpleegkundig specialist én de bijbehorende opleiding binnen het UMCG. “Het was nogal een uitdaging om zo’n grote verandering in één jaar in te zetten”, aldus Renske Horinga, verpleegkundig specialist AGZ werkzaam in de medische oncologie en erkend als praktijkopleider.
In oktober 2022 vond bij het UMCG een visitatie plaats van de RSV (Registratiecommissie Specialismen Verpleegkunde). Bij zo’n bezoek wordt gelet op de 5 domeinen van het Kwaliteitskader RSV. In het rapport dat volgde, stond een duidelijk advies: zorg voor een stevige positionering van de verpleegkundig specialist én de opleiding tot verpleegkundig specialist.
Wat was de belangrijkste uitdaging voor het UMCG?
“Verpleegkundigen in opleiding tot specialist (viossen), praktijkopleiders en leermeesters waren allemaal op hun eigen eilandjes bezig. Binnen de afdelingen was het heel duidelijk wat iedereen deed, maar eigenlijk hadden weinig collega’s een idee van hoe de opleiding organisatie breed georganiseerd was. Als een vios vastliep door te veel werk en te weinig begeleiding, wist zij niet waar ze terecht kon. Tegelijkertijd voelden praktijkopleiders zich er regelmatig alleen voor staan. Alles bleef op de afdelingen hangen, terwijl je natuurlijk wil dat iedereen binnen de organisatie op dezelfde manier opgeleid wordt en kennis met elkaar deelt. Dit vraagt om instellings-overkoepelende kwaliteitszorg voor alle onderdelen van het praktijkonderwijs.”
Waar zijn jullie begonnen na het advies?
“Eerst hebben we in kaart gebracht wat er al was. Binnen het UMCG was er al een centrale opleidingscommissie (COC) voor artsen in opleiding tot specialist en medisch specialisten. Met een COC waarborg en controleer je de kwaliteit van de opleiding. Het leek ons de meest efficiënte manier om bij hen aan te sluiten, maar tijdens de verkennende gesprekken kwamen we er snel achter dat de snelste weg niet altijd de beste is. Als je je eigen beroep binnen het ziekenhuis meer volwassen wilt maken, sta je sterker als je je eigen COC opricht en bij jou passende kwaliteitseisen opstelt. Zo heb je zelf invloed. Daarom hebben we op basis van de opgedane kennis een plan geschreven voor een eigen COC. In dit plan stond alles wat we nodig hadden op het gebied van financiering en ondersteuning, maar ook bijvoorbeeld hoe het bestuur er uit moest zien. De raad van bestuur keurde het drie weken voor het vervolgbezoek van de visitatiecommissie goed. Op het nippertje!”
Het interview gaat verder na het onderstaande kader.
Hoe draagt de COC bij aan het versterken van de opleiding en de positie van de VS?
“Een belangrijk doel vanuit het COC-bestuur is om alle praktijkopleiders en viossen zo goed mogelijk te informeren en te ondersteunen. Als je weet wat er in een organisatie gebeurt, kan je hier beter op inspelen. Daarom is dit een vast onderwerp tijdens de COC-bijeenkomsten. Daarbij verzamelen we vanuit de hele organisatie vragen. Deze beantwoorden we via direct contact, maar ook door gastsprekers voor de COC-bijeenkomsten uit te nodigen. Denk aan een presentatie over het begeleiden van onderzoeken of een spreker over het werken met vertrouwenspersonen.
De COC-bijeenkomsten organiseren we nu vier keer per jaar. Voor de bijeenkomsten nodigen we alle viossen en verpleegkundig specialisten met affiniteit voor opleiden uit. Zij dragen namelijk allemaal hun steentje bij tijdens de opleiding. We hopen dat onze collega’s in opleiding zich door de bijeenkomsten sterker voelen en gaan staan voor hun vak. Als wij van elkaar weten hoe we werken, wat iemand van ons mag verwachten en andersom wat wij van medisch specialisten mogen verwachten, dan geloof ik echt dat dit doorsijpelt naar andere leermeesters, stafleden en management.”
Wat heeft deze aanpak uiteindelijk opgeleverd?
Door alle gesprekken en ontwikkelingen zijn we als verpleegkundig specialisten en viossen veel zichtbaarder geworden in de organisatie. We worden gezien, gehoord en erkend als samenwerkingspartner. Onze positie is hierdoor veel sterker geworden.
En niet geheel onbelangrijk: ik heb echt het gevoel dat de verpleegkundig specialisten elkaar nu beter weten te vinden. Dankzij de COC werken we meer samen, nemen we meer verantwoordelijkheid voor onze functie en volgen we minder wat anderen vinden wat we moeten doen. Als COC zijn we nog steeds aan het bouwen en leren, maar de eerste stappen zijn gemaakt. We moeten nu alleen nog doorpakken en zorgen dat onze plannen voor iedereen zichtbaar zijn én blijven.”
Heb je nog concrete tips voor andere organisaties om kwaliteit en positionering te verbeteren?
- “Zorg voor de toekomst dat je viossen met elkaar verbindt en zij elkaar goed leren kennen. Twee keer per jaar organiseren we een middag alleen voor hen om ze dichter bij elkaar te brengen. Er ligt een grote behoefte onder studenten om te weten wie waar zit en onderwijsgroepjes te vormen. Samenwerking kan je heel ver helpen. En hopelijk houden ze de connectie met elkaar en de COC in de toekomst.”
- “Ga in gesprek met management en bestuur. Maak de noodzaak duidelijk en zorg dat ze enthousiast zijn over jouw plannen. Door de raad van bestuur mee te krijgen, heb je gelijk een stok achter de deur om het goed te doen. Je kan namelijk niet vertellen wat belangrijk is en het vervolgens loslaten. Daarbij weet je vanaf het begin dat de veranderingen die je op gang wil brengen, gesteund worden.”
- Registers
- Verpleegkundig Specialisten Register
Domein 2: Kwaliteitszorg praktijkonderwijs
Het Kwaliteitskader bestaat uit vijf kwaliteitsdomeinen die elk van belang zijn voor het inrichten van een beroepswaardige praktijkleeromgeving voor het opleiden van verpleegkundigen tot verpleegkundig specialisten. Domein 2 van het Kwaliteitskader is ‘Kwaliteitszorg praktijkonderwijs’ en gaat over de (cyclische) kwaliteitszorg van de opleiding tot verpleegkundig specialist binnen de instelling.