Organisatie en standpunten
V&VN Recovery Verenigingsstructuur
Het bestuur
Het bestuur vergadert eens in de 6 weken, behalve in de zomervakantie. In deze periode is dan wel altijd minstens 1 bestuurslid aanspreekbaar of bereikbaar. Het bestuur bestaat bij voorkeur uit 7 bestuursleden.
In de bestuursvergadering worden de lopende zaken kort behandeld,zodat ieder bestuurslid op de hoogte is van wat er speelt. Daarnaast komen actualiteiten aanbod en wordt besproken hoe hier op te reageren en wie, welke actie onderneemt. Tevens bespreekt en bepaalt het bestuur het te voeren beleid. Buiten de bestuursvergadering om hebben de bestuursleden voornamelijk via email contact met de voorzitter over de voortgang van de verschillende zaken en indien nodig met de andere bestuursleden.
Buiten de bestuursvergadering om hebben de bestuursleden contact met de voorzitter over de voortgang van de verschillende zaken en indien nodig met de andere bestuursleden. De voorzitter bewaakt het gehele proces. Problemen en veranderingen worden binnen het bestuur besproken en gezamenlijk wordt bepaald hoe hier mee om te gaan.
Iedere vier jaar wordt er door het bestuur een beleidsplan opgesteld. Het beleidsplan wordt vertaald in een activiteitenplan. Ieder jaar wordt het beleidsplan en activiteitenplan door het bestuur geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
De agenda wordt, i.o.m. de voorzitter, opgesteld door de secretaris. Vaste onderdelen zijn;
- opening
- vaststellen agenda
- goedkeuren notulen vorige vergadering
- controle actielijst
- mededelingen
- ingekomen en verzonden stukken
- financiën
- commissie verslag (Beroepsontwikkeling, vakblad en website, congressen)
- vakbond
- NVAM
- w.v.t.t.k.
- rondvraag
- sluiting
Eventuele andere agendapunten kunnen worden ingediend tot 10 dagen voor de vergadering. Een week voor de vergadering wordt de agenda verstuurd.
Van iedere bestuursvergadering worden notulen gemaakt. Hierin wordt beschreven wat er aan de orde is geweest en wat is besloten. Tevens wordt er een actielijst opgesteld.
De secretaris houdt de bestuursleden op de hoogte van de ingekomen stukken,op de vergadering en desgewenst tussentijds. Hij / zij verzorgt op verzoek de uitgaande stukken. Voor uitgaande stukken namens het bestuur is instemming van de voorzitter nodig. Correspondentie d.m.v. e-mail wordt ook naar de overige bestuursleden verzorgd.
De penningmeester onderhoudt contacten met de bestuursleden over financiële zaken en houdt de voorzitter op de hoogte van het verloop hierin. Kosten te maken voor de vereniging gaan in overleg met de penningmeester. Declaraties kunnen worden ingediend volgens het declaratiereglement.
Er zijn drie commissies, nl:
- Commissie Beroepsontwikkeling
- Commissie Congressen
- Commissie Vakblad en Website
De commissies vergaderen ongeveer 1 x per 2 maanden; veel zaken kunnen via mailcontact worden behandeld.Elke commissie heeft een voorzitter welke bij voorkeur een bestuurslid is. Via deze voorzitter houdt het bestuur structureel contact met de commissie vv.
Het inhoudelijke werk wordt in opdracht van het bestuur uitgevoerd door de commissies en evt. daarvan afgeleide werkgroepen. Het resultaat, voorstellen en evt. adviezen worden ter goedkeuring aan het bestuur voorgelegd. Van elke commissievergadering wordt een kort verslag gemaakt. Dit verslag wordt, indien mogelijk van belang voor het bestuur of andere commissies, naar het bestuur en/of commissies gestuurd.
Aanbevelingen van de BRV
Aanbevelingen van de BRV
- Er dient op de recovery een duidelijk ontslagprotocol aanwezig te zijn, dat is getekend door de afdeling anesthesiologie.
- De Aldretescore, PARscore, of vergelijkbaar scoresysteem dient optimaal te zijn.
- Er dient een pijnscore gehanteerd te worden zoals de VAS, NRS of vergelijkbare score.
- Er dient een misselijkheidscore gebruikt te worden zoals de PONV-score..
Bovengenoemde scores worden schriftelijk vermeld bij ontslag met vermelding tijdstip ontslag en handtekening recovery-verpleegkundige. - Geantagoneerde patiënten dienen minimaal 1 uur na antagoneren bewaakt te worden.
- De temperatuur moet bij ontslag minimaal 36°C zijn.
- Voor ontslag moet de blaasinhoud gecontroleerd zijn, dit volgens het ziekenhuisprotocol.
- Indien de patiënt wordt ontslagen terwijl hij/zij niet voldoet aan de bovenstaande criteria, dient de verantwoordelijke anesthesioloog toestemming te geven voor ontslag. Dit dient genoteerd te worden.
Eind 2016 is het concept van een nieuwe praktijkrichtlijn bezetting op een recovery voorgelegd aan het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA). Deze praktijkrichtlijn is gebaseerd op de gegevens en feedback van ongeveer 50 recovery’s (leidinggevenden en contactpersonen BRV). De richtlijn is geschreven door een werkgroep bestaande uit twee leidinggevenden recovery, professor Knape namens de NVA en een bestuurslid van de BRV.
De NVA was (en is nog) bezig om veel van hun richtlijnen en standpunten te actualiseren. Sommige hangen samen met de verantwoordelijkheden van de anesthesioloog op de recovery. Met name dat aspect was voor de NVA reden om terughoudend te zijn met een uitspraak over de personele bezetting op een recovery. Alle bij de BRV bekende leidinggevenden van recovery’s hebben toegang tot een dropbox waarin onder andere dit concept van de praktijkrichtlijn opgeslagen is.
De BRV heeft gemeend dit concept vooralsnog wel als praktijkrichtlijn te verspreiden en te publiceren vanwege het belang voor veel recovery’s. Wanneer er vanuit de NVA aanleiding is om de richtlijn bij te stellen of deze in de huidige vorm definitief te maken, wordt dit door de BRV aangegeven op de website.
De BRV heeft het standpunt dat de vervolgopleiding tot recovery verpleegkundige dient te geschieden volgens:
- Het samenhangend stelsel verpleegkundige vervolgopleidingen.
- Het format richtlijnen College Ziekenhuis Opleidingen (CZO). Deze zijn terug te vinden op de website, klik hier
- De recovery verpleegkundige heeft een verpleegkundige vooropleiding en valt dus onder artikel 3 beroepen van de wet BIG (overheidsregister en tuchtrechtspraak).
- De BRV adviseert ieder opleidingsziekenhuis een erkenning van de opleiding aan te vragen bij het College Ziekenhuis Opleidingen (CZO). Het CZO richt zich onder andere op de kwaliteitsbewaking van de opleiding tot recovery verpleegkundige, anesthesiemedewerker en operatieassistent. Op de website van de CZO worden het deskundigheidsgebied, de eindtermen en de specifieke opleidingseisen van de opleiding tot recovery verpleegkundige beschreven. Ook is op de website terug te vinden aan welke kwantitatieve en kwalitatieve criteria (vastgelegd in de Regeling Erkenning Opleidingen CZO en de bijbehorende Handleiding Erkenning) voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor een erkenning van de opleiding tot recovery verpleegkundige.
- De recovery verpleegkundige is in het kader van de wet BIG individueel verantwoordelijk om eigen deskundigheid op peil te houden en werkt actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep. Vuistregel is: onbekwaam maakt onbevoegd.
- De BRV is van mening dat op elke recovery een bij- en nascholingsbeleid moet zijn. Klik hier voor een voorbeeld van een bij- en nascholingsbeleid vastgesteld door het bestuur naar voorbeeld van het Jeroen Bosch ziekenhuis.
- Onderdeel van het bij- en nascholingsbeleid is een jaarlijkse BLS, ILS, ALS en/of PBLS training; zie ook de digitale BRV kompas: BLS/ALS (Basic Life Support, Advance Life Support)
- Voor PBLS zie ook: https://brvnederland.nl/pbls-wordt-dat-in-elk-ziekenhuis-minimaal-een-keer-per-jaar-getraind/
Het bestuur van de BRV geeft de volgende aanbeveling:
Iedere recovery heeft een bij- en nascholingsbeleid waarin vastgelegd hoe vaak de kennis en vaardigheden van de recovery verpleegkundige werkzaam op de recovery, periodiek herhaald en/of getoetst moet worden. Als leidraad om dit document op te stellen heeft het bestuur een lijst vastgesteld (13-5-2019), afgeleid van een voorbeeld van het Jeroen Bosch ziekenhuis.