Een lege koelkast
- 6 december 2018
- Blog/Vlog
- Richtlijnen en protocollen
- M&G Wijkverpleegkundigen
Ze zit in de kamer voor de gaskachel, verdiept in een boek waarvoor ze een omslag gebreid heeft. Volgens mij leest ze al maanden dezelfde bladzijde. Ze lijdt aan dementie. Haar leven speelt zich af in het kleine flatje, het liefst in de fauteuil voor de gaskachel. Haar gezicht klaart op als ze me ziet.
Ze oogt klein en breekbaar. Ze lijkt te verdrinken in haar veel te grote jurk, een erfenis van haar overleden zus die stukken forser was. Passende kleding ben ik in haar flat nooit tegengekomen. In de keuken hangen de uitgewassen boterhamzakjes en velletjes aluminiumfolie te drogen aan een touwtje dat ze achter de gootsteen gespannen heeft. Een gewoonte die ze heeft overgehouden aan een leven vol eenvoud en spaarzaamheid.
In de kast staat nog een half doosje thee en een paar potten jam, verder niets
Ik kom om haar te herinneren brood te eten en dit klaar te zetten. In de kast staat nog een half doosje thee en een paar potten jam, verder niets. De koelkast en diepvries zijn leeg. Het duurt nog zeker een week voor de voorraad weer aangevuld wordt. Zo gaat het al zolang als we bij haar over de vloer komen. Haar dochter, enig kind, beheert haar geld en doet eens per twee weken de boodschappen. Steevast te weinig om deze twee weken mee te overbruggen. Contant geld is er niet. Zeep of douchegel is nooit in huis.
Dit verhaal speelde zich af lang voor de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Toch was zij een van de eerste cliënten aan wie ik dacht toen de kenmerken van ouderenmishandeling in mijn team besproken werden. Wat hadden we destijds graag handvatten gehad om de situatie te kunnen beïnvloeden. Wat voelde we ons als team machteloos.
Uit onmacht namen we zelf brood mee van huis
We bespraken de situatie toendertijd met onze leidinggevende. Dit kan toch niet. Hoe kunnen we iemand eten geven als er niets in huis is, alleen die potten jam. We kunnen haar toch niet laten zitten? Een antwoord bleef uit, de situatie bleef onveranderd.
Uit onmacht namen we zelf brood mee van huis, pakjes cup a soup, thee en suiker kwamen uit de kantine. De douchegel uit het kerstpakket wist de weg naar haar te vinden. Ze genoot van de geur en het schuim.
Eén keer kregen we contact met haar dochter. De relatie met haar moeder was altijd moeizaam. Een relatie die haar verdere leven heeft getekend. Ze hadden al jaren geen contact. Er werd een beroep op haar gedaan toen haar moeder de diagnose dementie kreeg. Uit plichtsgevoel nam ze de taak op zich boodschappen te doen. Toen haar moeder het niet meer kon, nam ze het beheer van de financiën op zich. Liever niet, maar iemand moest het doen. De bezoekjes aan haar moeder, die in niets meer leek op de vrouw uit haar jeugd, kostte haar moeite. De pijn van vroeger, die ze achter zich had kunnen laten toen het contact verbroken was, kwam ieder bezoek weer in volle hevigheid terug. Pijn en verdriet die door de dementie nooit meer uitgesproken konden worden. Ook zij voelde zich machteloos en gevangen. Veroordeeld tot zorg die ze niet kon bieden.
Dit nieuwsartikel is per december 2019 overgeplaatst van de oude website van V&VN naar de vernieuwde website. Eerder geplaatste reacties komen hiermee te vervallen. Wil je reageren op dit artikel? Praat verder op social media.
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.