V&VN-bestuurslid Jaap Kappert gevaccineerd: ‘Stiekem best een emotioneel moment’

De eerste vaccinatie tegen het coronavirus werd een week geleden gezet. Inmiddels zijn er al duizenden zorgmedewerkers ingeënt. Verpleegkundig specialist agz in de ouderenzorg en V&VN-bestuurslid Jaap Kappert was gisteravond aan de beurt. “Het is weer tijd voor een gevoel van hoop.”

“Het was een mooie dag, want ik kon eindelijk iets doen om mijn cliënten beter te beschermen. Maar ik voelde me ook nederig, omdat ik eerder aan de beurt was dan mijn bewoners", vertelt Jaap. 

"Als ik eerlijk ben vond ik het best een emotioneel moment. Onderweg naar de priklocatie flitsten verschillende herinneringen van de eerste golf door mijn hoofd. De maanden april en mei waren zwaar en verdrietig in ons verpleeghuis. Deze prik betekent voor mij hoop. Hoop voor een gezonde toekomst, waarin ik weer op een menselijke manier zorg en behandeling kan leveren."

Grote vaccinatiebereidheid

“Zodra er een concreet vaccin is dat is goedgekeurd, waar de Europese en de Nederlandse geneesmiddelenautoriteit heel goed naar hebben gekeken, en waar ik me in heb verdiept, zal ik een keuze maken”, zei Jaap in december. En dat heeft hij de afgelopen weken dan ook gedaan. “Ik heb me goed ingelezen en de uitgebreide bijsluiterinformatie bestudeerd. Ik zag daarna geen reden om het niet te doen. Ongetwijfeld zijn er nog vragen, zoals hoelang het vaccin bescherming biedt. Maar die vragen zijn voor mij geen reden om het vaccin nu niet te nemen.”

Jaap praat regelmatig met collega’s over het vaccin. “De meesten laten zich vaccineren. Nog voor de informatiebijeenkomst over het vaccin bleek uit een enquête dat zeventig procent het vaccin wil. Dat is veel. Misschien komt dat door de heftige situatie tijdens de eerste golf. We werden hard geraakt en verloren veel bewoners. Het was zo’n onwerkelijke situatie. De zuurstoftanks waren niet aan te slepen.”

Maar niet alleen op zijn werk is de vaccinatie het gesprek van de dag. “Veel mensen zijn ermee bezig. Ik sprak laatst iemand in de lift van het gebouw waar ik woon. ‘Ga je het doen?’, vroeg ze. ‘Ja, ik kom ervoor in aanmerking door mijn werk in een verpleeghuis’, zei ik. Toen besefte ik me eens temeer: heel Nederland is hier mee bezig.”