Sien van Hulst (1868-1930) moest niets hebben van bakerpraatjes

  • 1 augustus 2024
  • V&VN magazine
FNI Sien Van Hulst 5
Algemeen bestuur van het Groene Kruis bij het 25-jarig bestaan. Tweede van links af: Sien van Hulst. Foto © FNI

Sien van Hulst zette zich haar hele leven in voor professionele wijkverpleging en kraamzorg. Haar motto was ‘Door allen, voor allen’: voor rijke, maar vooral ook voor arme mensen. Want die laatsten waren vaak veel ongezonder.

Aafke Gesina van Hulst (1868-1930) was de oudste dochter van een doopsgezinde dominee in Harlingen en zijn echtgenote. Als jonge vrouw moest Sien zorgen voor haar broer, die epilepsie had. Toen haar vader overleed, hielp ze haar moeder bij de zorg voor haar jongere broers en zussen. Ook ging ze zelfstandig een volksbuurt in om mensen thuis te verplegen. Ze had de steun van de lokale huisarts, die haar moderne medische inzichten meegaf.

De gezondheidsverschillen tussen rijk en arm waren toen veel groter dan nu. Bij welvarende mensen, zoals de familie Van Hulst, kwamen alcoholisme en tuberculose minder vaak voor dan bij de armen. Verschillen in leefomstandigheden speelden ook toen een grote rol. In het algemeen gold: hoe armer, hoe meer kinderen en hoe hoger de kinder- en zuigelingensterfte.

FNI Sien Van Hulst
Sien van Hulst Foto © FNI

Zorg voor iedereen

Van Hulst richtte in 1896 een vereniging voor wijkziekenverpleging en kraamverpleging op voor de inwoners van Harlingen. Bakers verzorgden tot dan de kraamzorg. Zij waren de voorlopers van de kraamverzorgenden en hadden vaak geen opleiding. Hun adviezen – ‘bakerpraatjes’ – stonden soms ver af van de moderne hygiënische inzichten.

De verschillende geloofsgemeenschappen organiseerden in die tijd vaak hun eigen thuiszorg. Sien wilde geen versnipperde zorg voor aparte religies of arm en rijk. Haar leus was ‘Door allen, voor allen’. De door haar opgerichte vereniging voor wijkziekenverpleging was een voorloper van de lokale Groene Kruisafdelingen. Die ontstonden een paar jaar later in veel dorpen en steden.

Van Hulst was een van de initiatiefnemers van de Harlingse afdeling. Het sprak haar aan dat de organisatie neutraal was. Van Hulst werd de eerste wijkzuster in Harlingen.

Reinheid, rust en regelmaat

‘Mejuffrouw Van Hulst’ reisde door Friesland om te pleiten voor het oprichten van Groene Kruisverenigingen. Ze organiseerde moeder- en bakercursussen. Verder startte zij het Friesche Groene Kruisfonds, dat geld inzamelde voor het kruiswerk.

Sien schreef ook voorlichtingsbrochures, die ze met geld van het fonds kon verspreiden. Leerstof voor de bakercursus (1904) was daar één van. Haar boekje Reinheid, Rust en Regelmaat leerde moeders hoe zij de gezondheid van hun kind konden beschermen. Dat deed je “door geregeld en verstandig te zorgen voor zijn reiniging, zijne kleeding, zijn bedje, zijne voeding en voor een regelmatig en ordelijk leventje.”

De wijze waarop Van Hulst de ‘drie R’en’ verwoordde, hielpen om deze moderne medische en opvoedideeën te verspreiden. Daarin waren hygiëne (‘Reinheid’) en preventie belangrijk, net zoals een strenge opvoeding, gehoorzaamheid en zelfbeheersing. ‘Rust’ en ‘Regelmaat’ betekenden dat handelingen als eten, slapen en voeden moesten gebeuren op vaste tijdstippen en op voorgeschreven manieren.

FNI Sien Van Hulst 2
Door Sien van Hulst geschilderde leefregels uit het boekje 'Reinheid, Rust en Regelmaat' ter ondersteuning van de moeder- en bakercursussen.Foto © FNI
FNI Sien Van Hulst 3
Illustratie door Sien van Hulst uit 'Reinheid, Rust en Regelmaat' Foto © FNI

‘Luister niet naar onbevoegden’

Van Hulst vond bewezen medische kennis belangrijk. Ze waarschuwde om niet te luisteren naar ondeskundige betweters, naar ‘onbevoegden’. Daar bedoelde ze bijvoorbeeld onopgeleide bakers mee.

In Reinheid, Rust en Regelmaat schreef ze: “Wanneer ge het goed gelezen hebt, zult ge bepaald niet meer luisteren naar allerhande buuren bakerpraatjes, ook al hebben die raadgeefsters een huis vol kinderen grootgebracht. Hoevelen liggen er uit haar gezinnen  misschien reeds op ’t kerkhof! En hoevelen zijn er groot geworden met de kiem van eene of andere dodelijke ziekte in zich! Luister dus niet al te grif naar al die huisbakken wijsheid.”

Feiten waren voor haar belangrijker dan ‘oude gewoonten’. Ze wees er bijvoorbeeld op dat 130 van de 1.000 kinderen stierven vóór hun eerste verjaardag (nu ongeveer drie op de duizend). Volgens haar zouden moderne hygiënische gewoonten de kindersterfte kunnen verminderen.

Bedklossen

Van Hulst zag dat goede, makkelijk te vervoeren verpleegartikelen belangrijk waren voor goede thuiszorg. In de uitleenmagazijnen van het Groene Kruis moesten verpleegartikelen liggen die net zo goed waren als die in het ziekenhuis. Ze schreef een handleiding, verbeterde bestaande verpleegartikelen en bedacht nieuwe, zoals bedklossen, een kussen voor epileptici en een speciale wijkverpleegkundigentas.

Als hoofdbestuurslid van het Groene Kruis reisde Van Hulst door het hele land. Ze hield lezingen waarmee ze veel leden binnenhaalde, die nieuwe lokale afdelingen oprichtten. Bovendien zette ze zich in voor een goede opleiding voor wijkverpleegkundigen. Ze was de drijvende kracht achter de ‘aanvullende opleiding’.

Verpleegkundigen konden die volgen na het afronden van hun A-opleiding. Als docent op die opleiding gaf Van Hulst op een moderne manier les over theorie en praktijk. Daarbij gebruikte ze natuurlijk haar eigen ervaringen in de wijkzorg.

Verder was ze de bezielende kracht achter de oprichting van Nederlandsche Bond van Wijkverpleegsters (1927). De bond maakte zich sterk voor een betere positie van wijkverpleegkundigen. Daarnaast was die een platform voor contact tussen wijkzusters.

Een pionierster

Sien van Hulst overleed in 1930. Ze was “een pionierster voor de wijkverpleging”. Dat schreef haar vriendin en leerling zuster Schutte. Sien was een vrouw met lef, die voorop durfde te lopen. Ze was een strijdster voor preventieve openbare gezondheidszorg voor iedereen.

In deze tekst staat het eigentijdse woord ‘verpleegkundige’. In de tijd van Sien van Hulst heette het beroep ‘verpleegster’ of ‘wijkzuster’.

Bron: V&VN Magazine 2-2024 | Tekst: Jet Spits | Beeld: Historisch College FNI

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)

Gerelateerd