Verpleegkundige Addy Camper (1941) pakte de regie: ‘Trots? We deden het gewoon’
- 28 maart 2025
- V&VN magazine

Verpleegkundig leiderschap bestaat net zo lang als het vak verpleegkunde. Neem Addy Camper (83). Zij is al 55 jaar lid van verpleegkundige beroepsverenigingen, zoals V&VN. En zij staat weer op de schouders van haar voorgangers. “Met een plek aan de bestuurstafel kunnen ze nooit om je heen.”
Het is 1965. Addy Camper begint met haar opleiding aan de Verpleegstersschool van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Addy is dan 24 jaar. Ze had al een opleiding tot apothekersassistent gevolgd en bij verschillende apotheken gewerkt. Maar het spiksplinternieuwe ziekenhuis trekt haar: het is het allereerste ziekenhuis in Nederland waar pedagogische en verpleegkundige vernieuwing hand in hand gaan. De verpleegkundig directrice, mevrouw N. Verburg, had in Denemarken, Zweden, de Verenigde Staten en Engeland kennisgemaakt met de verpleegopleidingen in die landen. Nederland liep hopeloos achter op dit gebied, zo luidde haar conclusie.

Meelopen met de schoonmaakdienst
Tot op dat moment kregen ‘leerling- verpleegsters’ als werknemer een interne in-service opleiding. Daarin liepen theorie en praktijk door elkaar. In de nieuwe opleiding waren theorie en praktijk tot in de puntjes uitgewerkt en sloten ze naadloos op elkaar aan.
De begeleiding van leerlingen stond centraal. Dat was een idee van een andere topvrouw: de nieuw aangetrokken verpleegkundig directrice J.C. Groneman. Zij was daarvoor vijftien jaar ziekenhuisdirectrice geweest van Ziekenzorg in Enschede.
Groneman vond dat verpleegkundigen breed georiënteerd moesten zijn. Daarom begon de Verpleegstersschool met een vooropleiding van drie maanden waarin allerlei aspecten van een ziekenhuisorganisatie aan de orde kwamen. Daarbij hoorden ook een dag meelopen met de schoonmaakdienst, het bijwonen van een brandweeroefening en zelfs verkeersles.
Geen hulpje van de arts
Dat de leerling centraal stond, merkte Addy aan alles. “Een verpleegkundige was geen hulpje van de arts. Samen met de artsen en de co-assistenten zetten we een heel nieuw ziekenhuis neer. We groeiden samen in onze functies. Wel was de organisatie strak ingeregeld: je moest je aan je taken houden.”
Addy haalde in 1968 haar diploma. Daarna volgde ze de specialistische opleiding verloskunde en gynaecologie. In 1971 kwam er een spannende vacature voorbij: functie-analist op de afdeling Personeelszaken van de Vrije Universiteit. “Het betekende dat ik een volwaardige gesprekspartner zou worden van de ziekenhuisdirectie.” De functie verbreedde haar blik op “alles wat bij een ziekenhuisorganisatie komt kijken”.
Toch besloot ze een jaar later de docentenopleiding voor verpleegkundigen te gaan volgen. Daarna ging ze aan de slag op de afdeling Verloskunde van het Elisabeth Gasthuis in Haarlem. Ze ontwierp een model met wat ze noemt “de essentie van het verpleegkundig beroep”: verzorgen, begeleiden en bemiddelen. “Soms is de lichamelijke verzorging het belangrijkste, soms de begeleiding – bijvoorbeeld sociaal en emotioneel – en soms bemiddeling, want je hebt natuurlijk ook te maken met naasten, en (para)medici. Een verpleegkundige beweegt mee met wat de patiënt nodig heeft. Daarbij maakt het niet uit in welke sector je werkt.”

Plek aan de bestuurstafel
Het Elisabeth Gasthuis was in 1974 ook het allereerste ziekenhuis met een verpleegkundige staf. Het idee kwam overigens van ziekenhuisdirecteur Jan van Mansvelt. Het stafbestuur bestond uit zes leden, waarvan Addy de secretaris was. “Lid zijn van de Verpleegkundige Staf was geen keuze. Alle verpleegkundigen in het Elisabeth Gasthuis (circa 200) werden automatisch lid en hadden dus een stem. Dit was echt een grote stap naar professionele zeggenschap.”
Is ze daar trots op? Ze reageert verbaasd. “Trots? Nu wel, want we deden het gewoon. Veel ziekenhuizen hebben tegenwoordig een Verpleegkundige Adviesraad, maar dat biedt voor mij onvoldoende zeggenschap. Een advies kan terzijde worden geschoven. Professionele zeggenschap is een plek aan de directie- of bestuurstafel. Dan kan niemand meer om je heen.”
Het lidmaatschap van een verpleegkundige beroepsvereniging was al in 1968 voor haar vanzelfsprekend: “Ik dook overal in en wilde de onderwerpen die ik belangrijk vond onder de aandacht van anderen brengen.”
Nog altijd actief
In 1978 moest ze om gezondheidsredenen haar werk aan het bed neerleggen. Tot na haar pensioenleeftijd bleef ze actief. En hoe. Kortgeleden nam ze plaats in de klankbordgroep voor de herziening van de richtlijn ‘Ascites’. “Een klus om ‘de zieke mens’ in beeld te brengen.”
Ze gaf lezingen over de wet Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (1995) en over de Euthansiewet (2002). En over ‘Zuster Meyboom’ (1871-1971). “Zij was een verpleegkundig rolmodel van het eerste uur. Ze hield van de nieuwe VU-opleiding en kwam in 1966 op bezoek bij ons in een lesweek. Ze was toen al 95 jaar oud.”
Nu haar man ernstig ziek is, is Addy mantelzorger geworden. In haar beleving zijn verpleegkundigen nu veel bezig met allerlei technische handelingen. “Over krapte en overbelasting lezen we iedere dag, maar aandacht voor de mens kan ook even ‘tussendoor’. Het kan een hand op een schouder zijn. Of de vraag: ‘Wat houdt u het meest bezig?’, of ‘Hoe is het nu thuis?’ Ook dat is een uiting van verpleegkundig leiderschap.”
Bron artikel: V&VN Magazine 1-2025 | Tekst: Aliëtte Jonkers | Beeld: FNI
Samen maken we de zorg beter. Word lid!
Wij zijn de verpleegkundigen, verzorgenden IG en verpleegkundig specialisten van Nederland. Verenigd in V&VN zetten we ons in voor (kennis)ontwikkeling en het versterken en positioneren van onze beroepen. Wil jij zeggenschap over jouw vak? Sluit je dan bij V&VN aan! Met ruim 100.000 leden vormen we één krachtige stem. Van de werkvloer tot in politiek Den Haag.
